1176 26 AUGUSTUS 1982 Met enige teleurstelling heb ik overigens ge constateerd dat vele verenigingen nog voordat deze verordening in werking is getreden, vrij forse contributieverhogingen bij hun leden hebben ge claimd. Ik denk dat er dan ook niet zo veel vere nigingen in de problemen zullen komen. Wethouder WELSCHEN: Over dit voorstel zou je, als je zou willen, wat langer kunnen praten, ook wat de procedure betreft. In het hele welzijnsge- beuren komt namelijk het herschikken van middelen het verschuiven van middelen van de één naar de ander eigenlijk maar verschrikkelijk moeilijk tot stand, terwijl we hier in de sportsector in vrij korte tijd in goed gezamenlijk overleg zowel de subsidiëring van de velden en de zalen als de directe subsidiëring een omvangrijke herschikkings operatie hebben laten ondergaan. Ik denk dat dat in Nederland bijna nergens is gelukt en ik vind dat het overleg met de sportverenigingen wat dat betreft een compliment verdient. Zij hebben dit op een ontzettend positieve manier opgepakt. Wij hebben volgens één van de sprekers de raad een beetje in de vernieling gewerkt. Wat kan de raad nog besluiten als iedereen het eens is? Gisteren heb ik toevallig even een minister gezien die er, ais iedereen het eens is, niet zo veel moeite mee heeft de andere kant op te gaan. Hier ligt de zaak, denk ik, wel wat anders. Van het be gin af aan is met betrekking tot het sportbeleid een aantal uitgangspunten in het programakkoord gekomen. Van daaruit zijn op zo veel mogelijk ge bieden rigoreus lijnen doorgetrokken, ook in het beleid rond de sportsubsidieregeling. Hier is dus in feite een uitgangspunt van de raad lijnrecht overgenomen en tot uitwerking gebracht. De raad heeft er dus wel degelijk iets over te zeggen; al leen in de uitwerking en detail misschien wat minder. De heer Grosfeld heeft gezegd dat ook de sport zal moeten inleveren. Dat zou zo kunnen zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1176