1191
de toekomst in de positie te verkeren dat .zij
moet investeren in per definitie onrendabele pro
jecten. Er zijn slechts twee oplossingen, die wij
overigens in de gemeenteraad niet kunnen aandra
gen. De eerste oplossing is dat de totale bouwsom
dus in feite de loonkostenfactor omlaag
gaat. De tweede oplossing is dat de huuropbreng
sten hoger worden. Op die manier kan een gezonde
basis voor stadsvernieuwing worden geschapen. Ik
ben het volstrekt eens met de uitspraak van de
heer Van Dam, inhoudende dat, willen we actief
aan de stadsvernieuwing werken, iets aan de ver
houding tussen stichtingskosten en huuropbreng
sten zal moeten worden gedaan, omdat we anders
met een waterpistool op een olifant aan het schie
ten zijn.
Wethouder VAN DUN: Ik hoop dat men mij toe
staat dat ik niet meega in allerlei maatschappij
kritische macro-economische beschouwingen, want
dat lijkt mij niet zinvol. Het gaat hier opnieuw
om een notitie die in de commissie openbare wer
ken breedvoerig aan de orde is gesteld, maar die
daar niet is besproken. Ik meen overigens dat er
wêl voldoende over is gecorrespondeerd en het
doet mij deugd de heer Garritsen te horen consta
teren dat we, ondanks alle ellende die zich op
dit punt voordoet, de Spoorbuurt duidelijk hebben
kunnen maken wat er aan de hand is en dat men
zich daar in de conclusies heeft gevoegd.
Ik meen vrij kort te kunnen zijn. De heer
Hendricks heeft gevraagd of stadsvernieuwing pri
oriteit heeft. Het antwoord is "ja". Als de heer
Hendricks zijn stukken leest, weet hij dat. Ik
neem aan dat hij het gewoon wist en dat dit een
obligaat vraagje was. Ook de vraag of dus ook het
aanschrijvingsbeleid prioriteit heeft, moet be
vestigend worden beantwoord. Alle genoemde in
strumenten om het stadsvernieuwingsbeleid moge
lijk te maken hebben eveneens prioriteit. De vol
gende vraag van de heer Hendricks was of er