26 AUGUSTUS 1982 1193 blijken te kunnen worden uitgevoerd. Wanneer je echter bij een aantal gelegenheden en vooral ook in de nota volkshuisvesting uitdrukkelijk ver klaart dat je een actief aanschrijvingsbeleid wenst, weet je dat daar consequenties aan verbon den zijn. Ik begrijp niet goed dat er nu na minder dan een jaar plotseling ter zake van de Spoorbuurt in het geheel geen inzicht bestaat in de hoegroot heid van het bedrag dat met artikel 26 van de wet gemoeid is. Er komt als een donderslag bij heldere hemel een constatering en daaraan wordt de conse quentie verbonden dat we beperkt gaan aanschrijven, niet alleen voor dit gebied, maar ook voor de an dere stadsvernieuwingsgebieden. De heer Van Dun zegt dat in de begrotingen voor die buurten geen extra ruimte is opgenomen. Mijn vraag is: had dat dan niet eerder kunnen worden bekeken en kunnen er in de lopende begroting nog middelen worden vrij gemaakt? Een actief aanschrijvingsbeleid is in het kader van de stadsvernieuwing van groot belang. De heer GARRITSEN: Ik heb geen antwoord ge kregen op mijn vraag maar misschien moet de volgende wethouder dat antwoord geven of het overleg met de bewoners serieus zal worden aange pakt. Het is mogelijk dat we van de volgende wet houder méér te verwachten hebben. De heer Ten Wolde heeft over een te laag ren dement gesproken. De directeur openbare werken, die naar ik aanneem mijn maatschappijvisie niet onderschrijft, schrijft in zijn brief dat in ge vallen waarin de eigenaar een huur ontvangt die ver uitgaat boven de huurprijs die normaal zou zijn, vaak toch wordt verzuimd investeringen te doen voor de onderhoud van het pand. Zulke dingen gebeuren en die zouden we niet moeten toestaan. De heer TEN WOLDE: U moet naar mij luisterenI Dat is niet iedereen! Wethouder VAN DUN: Het stelt mij gerust dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1193