1210 6 SEPTEMBER 1982 Willen we de gang van zaken niet verder ver tragen en niet nog weer .eens jaren laten duren er is weer een advocatenkantoor dat brieven naar het college heeft gestuurd dan moeten we nu werkelijk eens tot een afwikkeling komen. Ik denk dat een raadsmeerderheid de motie zal steunen, zo dat we de zaak eindelijk eens een klein beetje kunnen afwikkelen, maar de genoegdoening die de bewoners in feite zouden moeten krijgen, kunnen we ze niet geven. Wethouder VAN DUN: Ik acht mij ontslagen van de verplichting om in te gaan op de politieke con text waarin de heer Garritsen op dit moment be paalde mensen onbewezen meent te moeten beoorde len Als hij daaraan in het belang van de bewoners bij het scheiden van de markt behoefte heeft, dan is dat zijn zaak en niet de mijne. Ik denk dat een reactie mijnerzijds niet bijdraagt tot het debat over de zaak waar het om gaat. Op de redelijk eenzijdige geschiedschrijving van mevrouw Muntjewerff ga ik evenmin in. Ik ge loof dat we het verhaal van de Vestkant op een aantal manieren al genoegzaam ook in aanwezig heid van de bewoners tegen elkaar hebben ver teld. Ook de raad is al met dit verhaal geconfron teerd en ik vind dan ook dat we elkaar gewoon zit ten op te houden als we dergelijke verhalen gaan dupliceren. Mevrouw Muntjewerff heeft een bepaalde visie op de voorgeschiedenis gegeven; ik zou er één ding aan willen toevoegen. Haar uitgangspunt is natuurlijk niet helemaal juist. De geschiedenis begint op een gegeven moment ergens vóór of ergens na Christus, maar zij begint natuurlijk niet na de renovatie. Ik denk dat we, als we mensen gaan be oordelen en veroordelen, het politieke lef moeten hebben om gewoon tegen elkaar te zeggen dat het eertijds genomen gemeenteraadsbesluit tot renova tie van deze woningen een fout besluit is geweest. Achteraf gezien en dat mag nooit in het nadeel van de bewoners worden uitgelegd is het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1210