6 SEPTEMBER 1982 1213 komen. Wij treden daar niet in, maar er is geen enkele reden om van een gemiddeld schadebedrag per bewoner uit te gaan. De brief van 13 april 1981 is dan ook niet strijdig met de opvatting van het col lege dat de schade huis aan huis moet worden opge nomen en moet worden gereconstrueerd. Ik besef dat het soms moeite zal kosten om tot een reconstruc tie te komen, maar ik meen dat we Centraal Beheer genoeg kennen ongeacht of we tot de V.V.D. of tot de P.v.d.A. behoren om in te zien dat deze maatschappij haar verantwoordelijkheid zal kennen en naar recht en billijkheid te werk zal gaan. Dit betekent dat het collegebehalve mevrouw Paulus- sen en de heer Welschen, de raad adviseert ook mo tie nr. 2 niet te steunen. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Wethouder Van Dun zegt dat het achteraf makkelijk oordelen is en dat de woningen niet hadden moeten worden gerenoveerd. Die laatste uitspraak zou ik niet voor mijn verantwoording willen nemen, want ik weet te weinig af van de gebeurtenissen die inder tijd hebben plaatsgevonden. Er is, zoals de wethou der dat uitdrukt, inderdaad een "lik verf" op de gevels gekomen. Tot zo ver alles goed en wel, maar toen daarna klachten ontstonden is daarop onvol doende gereageerd. Men is niet tijdig op de klach ten ingegaan. Ik weet niet of de werkzaamheden goed of slecht zijn uitgevoerd en ik weet niet of de renovatie al dan niet wenselijk was, maar op het moment dat de klachten kwamen, had er moeten worden gereageerd. Dat is mijn voornaamste bezwaar tegen de gang van zaken. Wat de procedure bij de huuradviescommissie betreft: mijn informatie komt erop neer dat der tien bewoners deze gang hebben gemaakt en dat de huurrestitutie in zeven gevallen op procedurele gronden is afgewezen: men had op het verkeerde formulier bezwaar gemaakt. Overigens vind ik het niet zo belangrijk over aantallen van zes of der tien te kissebissen. De commissie heeft in 1980

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1213