26 JANUARI 1982 121 De VOORZITTER: Misschien wilt u eerst kennis nemen van de brief met de daarbij behorende bijla gen. Het lijkt mij goed dat wij nu punt 38 behan delen, waarna onmiddellijk agendapunt 15 aan de orde zal komen. Mijns inziens is het dan het juis te moment om op uw vraag in te gaan. 38. bijlage nr. 36 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OVER DE BEGROTING 1982 VAN HET STADSGEWEST BREDA. EEN EVENTUEEL AFWIJKEND ADVIES VAN DE COMMIS SIE ALGEMENE ZAKEN D.D. 20-1-1982 WORDT TIJ DENS DE RAADSVERGADERING MEDEGEDEELD. (W) Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: De begroting van het Stadsgewest op zichzelf geeft onze fractie geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Het zou ook niet zo veel zin hebben daarover opmerkin gen te maken, daar deze begroting al in december in het Stadsgewest is vastgesteld. Ik wil echter een drietal punten in de zijlijn aanstippen. In de eerste plaats wil ik opmerken dat onze fractie voorstandster is van afbouw van de orde- ningstaken van het Stadsgewest. Aangezien echter het Stadsgewest ook bij de HUG-operatie wordt be trokken, zal ik daarop nu verder niet ingaan. Mijn tweede opmerking betreft de G.G. G.D. Het wordt steeds duidelijker dat de bestuurlijke invloed van Breda via de bestuurscommissie te be perkt is. In de vorige raadsperiode, toen wijlen wethouder De Raaff voorzitter van die bestuurscom missie was, liep er nog een duidelijke lijn van de dienst naar het college, maar nu heeft Breda via de territoriale Breda-P.T.T.-fractie slechts één zetel in de bestuurscommissie en dat is dan nog niet eens een kwaliteitszetel, zodat het denkbaar is dat in de volgende periode Breda helemaal niet in deze commissie vertegenwoordigd zal zijn. Ge zien de getalsverhoudingen in het Stadsgewest zou dat een slechte zaak zijn, reden waarom ik hier voor de aandacht van het college wil vragen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 121