1224
6 SEPTEMBER 1982
De VOORZITTER: Dan schors ik opnieuw voor
korte tijd de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik
meen dat het verstandig is onmiddellijk tot stem
ming over het ordevoorstel over te gaan.
De heer CRUL: Wij hebben de discussie over de
vraag of het bewuste onderwerp al dan niet op de
agenda moet worden geplaatst, mogelijk willen ma
ken, mede in het licht van ons standpunt over de
behandeling van moties en amendementen. Bij wijze
van stemverklaring willen wij nu in het kort het
volgende in het midden brengen. De Partij van de
Arbeid worstelt zoals men weet in de fractie en de
ledenvergaderingen met het probleem van de woonwa
genbewoners. Op het ogenblik zijn, na moeizame on
derhandelingen en gesprekken, onder handhaving van
onze bezwaren in het geheel openingen gevonden om
deze zaak verder gezamenlijk in het nieuwe college
en in de nieuwe raad aan te pakken. Wij weten dat
het hier om een zeer broze zaak gaat waarin met
veel omzichtigheid moet worden gemanoeuvreerd. Na
tuurlijk hebben de kleine fracties, die de onder
handelingen en gesprekken van een afstand hebben
gevolgd, op grond daarvan rechten. In wezen willen
wij die geen geweld aandoen, maar in aansluiting
op hetgeen ik zojuist heb opgemerkt zullen wij het
voorstel om het onderwerp "woonwagenlokaties" op
de agenda te plaatsen in meerderheid niet steunen.
Enkele fractieleden zullen echter hun stem wel
licht wèl aan dit voorstel geven.
De heer OOMEN: Als lid van de commissie soci
ale zaken heb ik mij de laatste tijd iets wat
ik overigens daarvóór ook al als Bredaas burger
en gemeenteraadslid deed intensief met de pro
blematiek van de woonwagenbewoners beziggehouden.
Die activiteiten zullen, denk ik, ook na vanavond