1236 6 SEPTEMBER 1982 keer, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, stel de u vragen. Uitgaande van vijf vragen per keer, mogen we gevoeglijk aannemen dat het totaal de 1.000 ruim heeft overschreden. Weinig vragen kon den eenvoudig bevestigend of ontkennend worden beantwoord. U mag en u moet ervan uitgaan dat de vrouwen en mannen ambtenaren zo goed als dat maar enigszins mogelijk is aan hun opdracht jegens u en jegens de stad hebben willen voldoen. Dat ik daarin de bodes direct heb begrepen spreekt voor zichzelf. Ik wil hen danken voor hun zorg en hun zorgzaamheid. Wij mogen ook de stenografen niet vergeten. Zij hebben niet alleen opgeschreven wat de raad heeft gezegd, maar het ook zó verwoord, dat ik en dat zou mogelijkerwijs op gezette tijden ook voor u kunnen gelden -- achteraf mijn taalvaardig heid hoog inschatte, in elk geval hoger dan ik op het moment van uitspreken mocht denken. Een speciaal woord van dank geldt de journa listen die tot taak hebben onze beraadslagingen en besluiten aan de bevolking bekend te maken. Ook vanavond kijken wij weer aan tegen het wat pein zend hoofd van de heer Van Herpen, die ik nog al tijd zie als een soort hofverslaggever, die ons werk met zijn gevoel voor betrekkelijkheid al zeer lang aanvoelt en heeft gerelativeerd. Ik wil graag alle redacteuren complimenteren met hun.uithou dingsvermogen en met hun vaardigheid om wat des raads is den volke kond te doen. Besturen moet openbaar en openhartig zijn en dat vereist een aparte mentaliteit; het vereist de kracht om steeds gemotiveerd en afwegend tot besluitvorming te komen. Dames en heren, leden van de gemeenteraad. Zo beëindigen wij, zoals ik zojuist zei, een in spannende en bewogen zittingsperiode van onze raad. Onze stad is echter, denk ik, al die inspan ningen, al die zorg en al die moeilijkheden meer dan waard. Die stad en die burgers zeggen u daar voor dan ook oprecht dank. Ik dank u voor uw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1236