1254 7 SEPTEMBER 1982 De VOORZITTER: Zo zijn dan nu voor de raads periode 1982-1986 vijf wethouders gekozen, waaro ver ik mij zeer verheug. Ik wil hen gevijven har telijk gelukwensen met deze benoeming. Ik wil nog wat specialer de twee nieuwe wethouders, de heer Van Asseldonk en de heer Römkens, toespreken. Ik ben er zeer verheugd over dat wij als college met elkaar een eenheid zullen kunnen vormen en ik neem aan dat ook de beide nieuwe wethouders ertoe be reid zullen zijn daaraan bij te dragen. Ik wil hun zeggen dat zij een moeilijke en ingewikkelde taak opgedragen hebben gekregen, zoals zojuist al is opgemerkt. Er moet op allerlei terreinen worden gewerkt, de leden van het college staan in het centrum van de publieke belangstelling, zij moeten nuchter en praktisch kunnen werken, aanspreekbaar zijn en zich bovendien collegiaal kunnen opstellen Ik hoop dat wij gezamenlijk daarin zullen slagen. Graag wil ik ook de vrouwen van de wethouders van harte gelukwensen. Hun mannen hebben bepaald geen erebaan op zich genomen, maar wel een baan die zeer de moeite waard is voor onze stad. Gisteravond heb ik afscheid kunnen nemen van de heren Van Banning en Brooimans, die niet in de raad zijn teruggekeerd. Vandaag moet ik constate ren dat mevrouw Paulussen de tocht terug naar de raadszetels heeft aanvaard. Mevrouw Paulussen, beste Luce, je hebt je vier jaar lang volledig en voluit gegeven aan je werk, waaraan je vanuit je eigen persoon inhoud hebt gegeven. Je hebt ook gestreden, Luce, voor hetgeen je belangrijk vond en ik meen te mogen zeggen dat dit respect heeft afgedwongen, terwijl het vanzelfsprekend ook con flicten met zich bracht. Je bent die laatste ook bepaald niet uit de weg gegaan. Ik hoop dat je je in je hernieuwd raadslidmaatschap zult kunnen vinden. Uiteraard komen we binnen afzienbare tijd op je afscheid nog nader terug. Mevrouw PAULUSSEN: Graag wil ik op dit moment iets zeggen tot de raad en via de raad tot anderen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1254