126
26 JANUARI 1982
wordt opgepakt, hetgeen duidelijk gevolgen heeft
voor de gemeente Breda.
Een aantal maanden geleden heb ik al eens
gesproken over-de 635 m^ slib die was gestort,
maar mijn vragen daarover zijn nog steeds niet
beantwoord. Ik wil u daarom vragen wanneer ik de
beantwoording daarvan de termijn is zeer ver
overschredentegemoet kan zien.
Wethouder WELSCHEN: Ik zou bijna willen zeg
gen dat over de begroting van het Stadsgewest
niets dan goeds is gezegd.
Datgene wat mevrouw Muntjewerff heeft opge
merkt over de ordeningstaken ligt in de lijn die
door het college wordt gevolgd.
Vervolgens heeft mevrouw Muntjewerff een
pleidooi gehouden voor vergroting van de invloed
van Breda ten aanzien van de G.G. G,D. Uitein
delijk woont in Breda nog altijd éénderde van het
aantal inwoners van het hele Stadsgewest, hetgeen
mijns inziens 'op de één of andere manier zal moe
ten worden weerspiegeld. Overigens wordt dat is
mij uit anderen hoofde bekendin stadsgeweste
lijk verband bekeken hoe de portefeuillehouders
van de verschillende gemeenten nauwer kunnen wor
den betrokken bij het beleid dat ten aanzien van
de verschillende onderdelen door het Stadsgewest
wordt gevoerd. Ik zal dit punt in elk geval zeer
nadrukkelijk meenemen, want in principe ben ik
het met het door mevrouw Muntjewerff gestelde
eens.
De hoofdmoot van de opmerking van mevrouw
Muntjewerff betrof de hele situatie rond de vuil-
stort Bavel/Dorst. Ik wil in dit verband in de
eerste plaats opmerken dat collega Van Dun tijden-
lijk van wethouder Brooimans de milieuzaken heeft
overgenomen, maar wij met elkaar hebben afgespro
ken dat ik in dit geval de vragen op dat terrein
zou meenemen. Overigens blijft dit een co-produc
tie en wij zullen dan ook in de commissie bedrij
ven en in de commissie openbare werken de zaken