16 SEPTEMBER 1982 1273 noem in dit verband de aardgas-, kolen- en olie prijzen, de hoogrendementsketels, de te verwachten inflatie en de te verwachten rentelasten. Wij zijn hier geroepen te besluiten en wij lopen daarvoor niet weg. Wèl moet erop worden ge wezen dat wij opnieuw, evenals in 1978, een be sluit aangaande de stadsverwarming gaan nemen op advies van de deskundigen die wij hebben geraad pleegd. Wij zijn ook maar gewone mensen en daar schamen wij ons heus niet voor. Het kan verkeren. Dat is ook duidelijk geble ken uit de diverse rapporten van waar uit in 1978 het basismodel is ontwikkeld, alsmede uit de rap porten die het uitgangspunt voor de evaluatie van vandaag moeten vormen. De destijds gehanteerde fi nanciële resultaten staan onder zeer grote druk. Gelukkig is een en ander ter beoordeling aan de hand van de huidige gegevens bijgesteld, of het nu een KEMA-rapport dan wel een A.C.V.-rapport is. De uitkomsten zijn verre van rooskleurig. Onze uitdrukkelijke wens is dat bij de rekenmodellen voor de jaarlijkse evaluatie voortaan gebruik wordt gemaakt van de eigen Bredase ervaringscij fers. Ook zullen in de toekomst de uitgangspunten moeten worden bijgesteld indien blijkt dat bij voorbeeld het warmteverbruik per woning jaarlijks door verschillende oorzaken minder wordt. Wij den ken in dit verband aan de exorbitant hoge energie kosten. Van het gehele project is het hoofdmotief blijven bestaan. Ongetwijfeld is dat "energiebe sparing" en daarbij blijft de stadsverwarming van Breda uitgesproken milieuvriendelijk. Dat uitgangs punt is en was een nationale zaak en vraagt dan ook om een nationale oplossing. Gelukkig is het college daarmee al onderweg. Of er al voldoende resultaten zijn bereikt, is twijfelachtig. Op bladzijde 4 is in verband met het basismodel spra ke van een situatie waarin geen financiële tegen vallers meer kunnen worden opgevangen. Dit maakt ons huiverig: de stadsverwarmingsmiljoenentrein

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1273