26 JANUARI 1982
127
betreffende de vuilstort aankaarten.
De gestelde vragen ondersteunen in feite dat
gene wat wij in het college al met elkaar hebben
afgesproken. De vorige week werd ik verschrikke
lijk onplezierig verrast door het feit dat er al
lang cijfers aanwezig bleken te zijn bij een over
heidsorgaan, terwijl dat in Breda niet bekend was.
Dit is iets wat niet had mogen plaatsvinden en wij
hebben daarom de vorige week ook de opdracht gege
ven om al de cijfers in dezen met de grootste
spoed hierheen te halen en zo nodig aanvullende
onderzoeken in te stellen. Een en ander wordt dus
verzorgd. Zo langzamerhand begint het ook in Breda
erg duidelijk te worden dat de hele juridisch-be-
stuurlijke constructie rond de vuilstort geen en
kele mogelijkheid voor een oplossing biedt. De de
ling van de verantwoordelijkheden door een aantal
gemeenten, op wier grondgebied de vuilstort ligt,
de bevoegdheden van de provincie en het feit dat
er ook nog een particuliere organisatie tussen
zit, maken het heidens moeilijk die situatie in de
greep te krijgen. In het college is de serieuze
afspraak gemaakt dat wij met alle mogelijke en
bijna onmogelijke middelen willen pogen ons niet
meer te laten beperken door de juridische grenzen
die er in dezen zijn. Wij willen deze aangelegen
heid niet meer van de één naar de ander brengen,
maar echt proberen een oplossing te vinden en u
kunt ons daarop aanspreken. Het is ons doel het
bijna onmogelijke te bereiken, omdat de situatie
waarin wij nu verkeren eigenlijk geen duidelijk
uitzicht biedt. Dit is een punt dat wij met de com
missies nog nader willen bespreken. Het zou wat te
ver voeren om nu hierop verder door te gaan, maar
in de commissie openbare werken en in de commissie
bedrijven komen wij op dit onderwerp terug. De
vragen die mevrouw Muntjewerff in de richting van
het college heeft gesteld, namelijk of wij deze
aangelegenheid voldoende serieus nemen en of wij
als gemeente de zorg die wij voor onze eigen men
sen hebben kunnen oppakken, heb ik hopelijk met