1280
16 SEPTEMBER 1982
noodzakelijk is en willen er geen misverstand over
laten bestaan dat ook bij de verdere voortgang
een positief-kritische houding van onze fractie
te verwachten is.
De heer DREEF: Mijn bijdrage is de afsluiting
van vier of acht jaar commissiewerk, onder andere
in de commissie bedrijven. Collega Henk Martens
en ondergetekende zullen in de komende periode
geen deel van deze commissie meer uitmaken. Wij
zien onze bijdrage aan het stadsverwarmingsdebat
als de afsluiting van de situatie waarin wij tot
nu toe hebben verkeerd.
De nieuwe gemeenteraad is nog maar pas ge
ïnstalleerd en we zitten al midden in de proble
matiek van de stadsverwarming en de wijkverwar-
ming. Ook in de komende vier jaar zullen wij naar
ik verwacht nog vele uren aan deze problematiek
wijden. De materie zal zoals gezegd in de komende
periode niet meer door Henk Martens en mij worden
behandeld. Wij dragen dit onderwerp uiteraard
gaarne over aan twee andere specialisten van de
fractie en wij wensen hun bij dezen veel sterkte
en succes toe.
In november 1978 heeft de raad besloten tot
aanleg van stadsverwarming in de Haagse Beemden
en Breda-noord. Uitgangspunten die daarbij werden
gehanteerd waren:
- vervanging van het zeer dure wijkverwar-
ming s sy s te em
- een zeer grote besparing op aardgas
- kosten niet hoger dan die van een indivi
duele c.v.-ketel
- toezegging van overheidsgarantie als voor
waarde
Destijds is over de wenselijkheid van de
aanleg van stadsverwarming lang gediscussieerd.
Ik verwij s naar de raadsdebatten en de vele com
missiediscussies die aan de genomen beslissing
ten grondslag hebben gelegen. De gegevens die
toen ter beschikking stonden wezen in de richting