16 SEPTEMBER 1982
1295
Een eerste conclusie die je nu al zou kunnen
trekkenis dat we nu in een fase zitten waarin
het individuele consumentenbelang op het tweede
plan wordt gesteld, ten gunste van het financieel-
economisch belang. De voorwaarden die na overleg
met het collectief IJpelaar in het voorstel zijn
opgenomen, vormen enigermate een tegemoetkoming
aan de belangen van de bewoners. Wij beschouwen ze
echter bijna als een douceurtje voor het node aan
vaarden van dit hele stadsverwarmingsproject. Het
nemen van een beslissing tot uitbreiding op basis
van eerdere beslissingen die onverwacht en voor
allen onverhoopt ernstige negatieve gevolgen heb
ben gehad, zien wij als een teken van onmacht, als
het ware de onmacht van de macht. De keuze waar
voor we worden gesteld is: doorgaan of doorgaan.
Er wordt een krediet van 1,9 miljoen ge
vraagd. Dit bedrag lijkt ons zeer hoog. Hoe reëel
is deze hoogte? Ik wijs in dit verband op een zo
juist van de kant van het C.D.A. gemaakte opmer
king, inhoudende dat een eigen c.v.-installatie
bijna net zo duur is. Het college schrijft zelf in
zijn voorstel dat de raming van het geheel in het
KEMA-rapport 167.000,hoger was. Het is dan de
vraag of het bedrag van 1,9 miljoen, dat wij
zelf al erg hoog vinden, de uitkomst van een reële
schatting is, of dat wij binnenkort met een voor
stel tot beschikbaarstelling van een aanvullend
krediet te maken krijgen.
Vervolgens enige opmerkingen over agendapunt
26, het voorstel tot vaststelling van tarieven.
Het verheugt ons dat tussen het EnWa-bedrijf en de
adviesraad overleg over de verschillende uitgangs
punten is gepleegd. In grote lijnen kunnen wij
vooral meegaan met de conclusie waarin wordt aan
gegeven dat de landelijke adviezen zullen worden
gevolgd, onder voorwaarde dat de Consumentenbond
daarmee akkoord gaat. Wat doet echter de gemeente
Breda als het landelijk advies belangrijk afwijkt
van het door beide onderhandelingspartners ingeno
men standpunt, of als de Consumentenbond niet