16 SEPTEMBER 1982
1297
De heer DREEF: Wat doen we dan met IJpelaar
als het "nee" zou zijn?
De heer DE WAAL: Op IJpelaar kom ik straks
terug
In de commissievergadering heeft de P.S.P.
een vergelijking gemaakt tussen het energieproject
Kalkar en het grootschalige stadsverwarmingspro
ject waarmee we in Breda te maken hebben. Het Kal
kar-project, waarmee oorspronkelijk 1 miljard
gemoeid zou zijn, is na een aantal jaren al zo'n
5 miljard gaan kosten. Het stijgt de Duitse en
de Nederlandse regering financieel boven het hoofd.
Ook de stadsverwarming eist steeds meer investe
ringen om nog positief resultaat te krijgen. Cen
traal blijft staan de vraag of de baten de kosten
ooit zullen overtreffen. In het KEMA-rapport wordt
gesuggereerd dat in 1990 het project winstgevend
zal zijn, maar op basis van de nieuwe feiten valt
de winstgevendheid pas na het jaar 2000 te ver
wachten. Het financieel verlies staat voor ons
wel vast. De gemeente probeert dit nog te redden
door bedrijven en instellingen aan te schrijven,
die nota bene binnen een week moeten reageren en
een verklaring moeten ondertekenen dat zij in
principe wel bereid zijn aangesloten te worden op
de stadsverwarming, volgens de P.S.P. een overeen
komst met weinig waarde. Dit is paniekvoetbal.
Volgens ons worden bij deze verklaringen dikke ca-
deus weggegeven: de gemeente neemt alle risico's
en alle kosten op zich. In het kader van de^ markt
verkenning is niet duidelijk geworden, welke in
stellingen en commerciële ondernemingen niet op
het aanbod zijn ingegaan. De P.S.P. wil daarom
graag weten, hoeveel enquêteformulieren ter zake
van een verzoek om aansluiting zijn verzonden en
in hoeveel gevallen negatief is gereageerd. Ons is
bekend dat in vier gevallen een commercieel be
drijf positief heeft gereageerd.
De andere kant van de stadsverwarming is dat
zij voor de bewoners nogal negatieve effecten met