1322 16 SEPTEMBER 1982 wat aan te merken. Wij weten dat niet alles goed is gegaan. In eerste termijn is gevraagd of wij iets van de gang van zaken hebben geleerd; het antwoord is "ja". Aan de andere kant ben ik van mening dat inspraak ook altijd gekoppeld is aan bepaalde randvoorwaarden. Inspraak is natuurlijk nooit het verzamelen van wensen. Wanneer de rand voorwaarden duidelijk zijn die hebben we van tevoren duidelijk geëtaleerd is de speelruimte vrij beperkt. Binnen die speelruimte hebben wij het maximum gedaan om via goede informatie en via goede discussie een keuze te laten ontstaan. Wan neer het met de 104 woningen loopt zoals de bewo ners en eigenlijk ook ik wel verwachten, blijkt dat er op die manier inderdaad iets te bereiken is. Op de vraag of ter zake van de technische af schrijving van een juiste raming wordt uitgegaan, kan ik antwoorden dat ik hoop dat de raming te laag is en dat de levensduur langer zal zijn. Als we onze berekeningen daarop zouden baseren, zou het project natuurlijk ineens zeer veel aantrekke lijker worden, maar ook wat dit betreft stellen we ons voorzichtig op. De in eerste termijn gestelde vraag van de heer De Bruijn over het openbreken van het con tract met de PNEM wil ik als volgt beantwoorden. Ik zou er wel happig op zijn een paar elementen van het PNEM-contract te wijzigen, maar het open breken van het hele contract is, wanneer ook op de andere contracten wordt gelet, niet eens zo verstandig. Bij een algehele vergelijking is na melijk het Bredase contract helemaal niet zo slecht als soms wel wordt gesuggereerd. Dat neemt niet weg dat het contract elementen bevat die we wel graag kwijt zouden zijn zoals artikel 15, dat in de praktijk nu inderdaad is verdwenen. De heer De Bruijn heeft gevraagd of in de mo tie het woord "tenminste" kan worden opgenomen. Ik heb daartegen geen enkel bezwaar, maar ik heb de motie niet ingediend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1322