1328 16 SEPTEMBER 1982 De heer CRUL: Nu de benoemingen van bestuurs commissies en stichtingsbesturen aan de orde ko men, wil ik het volgende opmerken. De drie groot ste fracties de andere fracties, behalve D'66 hebben maar zeer beperkt aan de discussie deelge nomen zijn over de samenstelling niet tot over eenstemming gekomen. Op een bepaald moment bleek wel een redelijke mate van overeenstemming moge lijk, maar ten aanzien van drie benoemingsvoor stellen was geen overeenstemming te bereiken. Naar onze mening is er sprake van een nogal harde poli tieke opstelling, misschien enigszins ingegeven door het feit dat vooral de V.V.D. zich als twee de-partij -in-grootte wil profileren. Wij hebben daar natuurlijk geen bezwaar tegen, maar een par tij die tweede in grootte is geworden zoch toch niet tegen een evenredige samenstelling van com missies moeten zijn. In de college-onderhandelin gen heeft zoiets ook al een beetje gespeeld: de verdeling 11 zetels voor de V.V.D. en 9 zetels voor de P.v.d.A. zou, zo meende men, tot geweldig verschil in collegedeelname moeten leiden en dat is dan ook in de praktijk gebracht, hetgeen voor ons moeilijk te verteren is. Geen overeenstemming bestaat over de commis sie voor de S.A.D., de B.S.W. en de Stichting Woonruimteverdeling en ik doel daarbij vooral op de koppeling van deze drie benoemingen. Er zijn vijf plaatsen te verdelen en als je naar evenre digheid streeft zou minimaal één plaats aan de P.v.d.A. moeten worden toebedeeld. Daarover blijkt geen overeenstemming te bereiken te zijn. Wij vin den dat men geen juist standpunt inneemt en ons blijft geen andere weg over dan voor deze drie be noemingen tegenkandidaten te stellen, met als ge volg dat de normale stemmingsprocedure moet worden gevolgd. Wij vinden het jammer dat geen andere op lossing mogelijk is gebleken, maar wij zien op dit moment geen andere weg. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik ben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1328