30 SEPTEMBER 1982 1357 de kans bestaat dat een deel van de woonwagenbe woners in de toekomst een huis zal verkiezen bo ven een woonwagen. Toen ik in de commissie die vraag naar voren bracht werd mij gezegd dat die bijna onordentelijk is, maar ik geloof ik ben er blij om dat ook de heer De Zwart hierop doeldedat met het oog op de beheersbaarheid van de ruimtelijke ordening in echt ordenende zin op korte termijn een antwoord op deze vraag moet worden gegeven. Mijn fractie vindt het terecht dat alle ne gatieve en suggestieve bezwaarschriften eenvoudig zijn afgedaan, want onzes inziens hebben de hui dige tijdelijke locaties daarop een afdoend ant woord gegeven. Een paar jaar geleden werden de zelfde soort geluiden gehoord, maar nu hoor je velen zeggen dat het allemaal best meevalt, dat alles goed functioneert en dat aan onze verwach tingen is voldaan. Evenmin wenst mijn fractie zich in te laten met mogelijke schade-effecten van geplande locaties op het onroerend goed van anderen, want de deskundigen wij zijn dat als raadsleden op dit gebied zeker nieten eventueel de rechter zullen moeten uitmaken of hiervan in derdaad sprake is. Dat de gemeente zich voor de toekomst moet verzekeren van middelen in verband met bedragen die mogelijk in het kader van schade procedures worden geclaimd, is duidelijk. Mijn fractie hoort dan ook graag hoe u de reservering van de daarvoor benodigde gelden kunt realiseren. Ik ga vervolgens in op de ruimtelijke aspec ten. Zoals u via de krant reeds hebt kunnen ver nemen heeft onze fractie met twee locaties nauwe lijks of geen moeite, terwijl wij met twee andere locaties nogal wat problemen hebben in relatie tot het tot nu toe gevoerde ruimtelijke beleid. Eén van de meest fundamentele ordeningsregels die wij in de gemeenteraad hebben geleerd is de regel dat met elkaar conflicterende functies tegen elkaar dienen te worden afgewogen teneinde in het kader van bestemmingsplannen zekerheid naar de toekomst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1357