1358 30 SEPTEMBER 1982 toe te kunnen creëren. Op grond van dat verwach tingspatroon kunnen de burgers en/of andere be langhebbenden gaan handelen. In het bestemmings plan moet dan ook een bepaalde rechtszekerheid tot uiting worden gebracht, want indien dat laatste niet het geval is, is de hele procedure voor niets geweest. Mijn fractie kan zich niet aan de indruk onttrekken dat ten aanzien van twee locaties de zekerheid die een bestemmingsplan behoort te bie den ten fundamentele wordt aangetast. Het gaat ons dan om de locaties Ypelaar en Ruitersbos. U zegt zelf op bladzijde 16 van het stuk dat voor wat be treft de locatie Ypelaar de wijziging conflicteert met het tot nu toe gevoerde beleid. In dit gebied vinden we huizen met een vrij uitzicht en de bewo ners hebben bewust voor deze aantrekkelijke lig ging gekozen. Dit is een zeer belangrijk aspect, zo niet het belangrijkste, bij de keuze van een huis. Aan zekerheid op dit punt in een bestemmings plan moet grote waarde worden toegekend en bij de planning voor de Haagse Beemden is tot nu toe daar mee ook zeer zorgvuldig omgesprongen. De meerder heid van mijn fractie deelt dan ook de bezwaren van de bewoners op dit punt. Het is nooit de be doeling geweest de vrije greenzone aldaar te be bouwen, hetgeen tot uitdrukking kwam in het beleid dat tot nu toe is gevoerd. Een ideale spreiding van de locaties over de stad kan wel het hoofddoel zijn, maar die doelstelling mag niet voor alles een argument vormen. Ik zal op dit punt dan ook een amendement indienen. Met betrekking tot de locatie Ruitersbos wil ik het volgende opmerken. Wij zijn van mening dat de landschappelijke waarde van het Aa of Weerijs dal, die in elk bestemmingsplan voor dit gebied is gerespecteerd, dient te worden gehandhaafd. Het bestemmen van een willekeurig gedeelte daarvan voor een in dit gebied totaal wezensvreemde func tie betekent een dermate inconsistent "hap-snap"- beleid, dat het onze fractie ten zeerste bevreemdt. Wij begrijpen niet dat politieke partijen die het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1358