30 SEPTEMBER 1982 1359 ruimtelijk beleid op dit punt altijd hebben ge steund aan de landschappelijke waarde van dit ge bied thans geen waarde meer hechten en daarmee de gevestigde belangen in één klap over boord zetten. Het is mijns inziens onjuist dat in het preadvies is gesteld dat het slechts om een klein gedeelte van het gebied gaat. Men noemt dit gebied waarde vol of niet en indien je het als waardevol wilt aanmerken, hetgeen door de raad altijd is onder schreven, pleeg je er niet een dergelijke aanslag op, ongeacht de vraag of het om een klein of een groot stuk gaat. Door het nu te voeren beleid zal het gebied qua waarde voor het stadsbeeld verloren gaan en dit dan alleen op grond van een gewenste spreiding van locaties, overigens met alle drin gendheid van dien. Door de verschillende partijen is gezegd dat zij niet willen discrimineren, maar de spreiding zoals die nu wordt gepropageerd is dan toch wel hypocriet en juist discriminerend. Deze locatie is gelegen in een mooi stukje Breda, dat door geen enkele vorm van bebouwing behoort te worden aangetast. Wanneer het een buurt betrof waar voorzieningen aanwezig zouden zijn, zou er nog van enige basis voor verantwoord handelen spra ke zijn geweest, maar voorzieningen zijn daar in geen enkele vorm aanwezig, reden waarom het ons een volslagen raadsel is waarom deze locatie moet worden opgevoerd. Deze locatiekeuze staat zelfs haaks op het beleid van de rijksoverheid, die voor de locatie criteria heeft opgesteld. Van gewenning en integratie, zo die al mogelijk zijn, kan in dat gebied geen sprake zijn. De aanwezigheid van alge mene buurtvoorzieningen, de mogelijkheid om met buurtbewoners aan buurtactiviteiten deel te nemen en het aanwezig zijn van ontmoetingsmogelijkheden zijn onmisbare voorwaarden om het beleid inzake acceptatie en integratie te laten slagen. Uw ant woord op de bezwaarschriften dat het ontbreken van voorzieningen ook voor de bewoners van de huizen aldaar geen probleem oplevert is geen serieus antwoord, met name gelet op de argumenten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1359