30 SEPTEMBER 1982 1371 wordt getracht snel een oplossing te bieden voor de problemen die zich op de huidige locatie, Drie koningenoord, voordoen. Iedereen die wel eens op Driekoningenoord is geweest weet dat de huidige toestand daar volstrekt onaanvaardbaar, onhoud baar en zelfs levensgevaarlijk is. Wij vinden het juist dat het rijk de decentralisatie van de re gionale woonwagenkampen ter hand is gaan nemen. Als het rijk daarmee niet was begonnen, zou er vermoedelijk in Breda voorlopig niets zijn veran derd. Het nu voorliggende voorstel betreft de realisering van plannen van het rijk, maar helaas gaat het hierbij slechts om een viertal locaties in plaats van het oorspronkelijke zestal. In de commissies hebben wij hierover enige vragen ge steld, maar er bestaat voor ons nog steeds ondui delijkheid. Wat is er nu precies gebeurd met be trekking tot de andere locaties? In februari van dit jaar zijn alle zes de locaties met een ambte lijk advies aan het college voorgelegd, in welk advies werd aangeraden met de procedure te star ten. De ambtenaren die dit advies hadden gegeven kenden de bezwaren, daar zij bij de hoorzittingen van de STAR aanwezig waren geweest. Overigens wa ren die hoorzittingen de enige gelegenheid voor de bewoners om zich te kunnen manifesteren, wat wij toch wel een zeer minimale vorm van inspraak vinden. In elk geval hebben deze hoorzittingen de betrokken ambtenaren wel inzicht gegeven in de bezwaren die bestonden. Ik meen ook dat er tussen de verslagen van die bijeenkomsten en de bezwaar schriften weinig verschil zal bestaan. Ik wil dus graag van het college horen wat er precies is ge beurd ten aanzien van de twee locaties die van daag niet aan de orde zijn gesteld. Wij willen weten op grond van welk motief de ambtenaren is opgedragen met betrekking tot deze locaties een ander advies uit te brengen. Aan dit voorstel ligt een voor sommige men sen vrij ondoorzichtige en op bepaalde punten nog al onduidelijke nota ten grondslag, waarin sociale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1371