_26 JANUARI 1982
137
degelijk relevantie. In de tweede plaats speelt
in dit verband de affaire rond St. Joseph. De ri
sico's welke hieraan mogelijkerwijs verbonden
zijn vinden wij van dien aard dat wij het op dit
moment verstandiger vinden agendapunt 15 aan te
houden. Ik wil daartoe een voorstel van orde in
dienen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat dit orde
voorstel slechts door de heer Garritsen wordt on
dersteund, zodat het niet voldoende steun onder
vindt.
De heer DEK: In het belang van dit voorstel,
dat nu toch zal worden behandeld, hebben wij, na
alle besprekingen in de commissies, de hele pro
blematiek nog eens aan de kaak gesteld. Wij wil
len ingaan op verschillende onderdelen die ver
band houden met het besluit en daarbij hanteren
wij de criteria die het college zelf in het voor
stel noemt, namelijk het algemeen belang, de de
mocratische controle, de openbaarheid en de rechts
bescherming van de individuele burger.
In de commissievergadering werden wij om de
oren geslagen met de stelling dat wij als raad van
Breda het beleid bepalen, hetgeen zou zijn af te
leiden uit artikel 3 van de ontwerp-statuten, waar
staat dat overeenkomstig de door de raad van de
gemeente Breda vastgestelde of gewijzigde woon-
ruimteverdelingssystematiek zal worden gewerkt. Op
grond van die zinsnede zouden wij als raad met dit
voorstel akkoord moeten gaan. Ik moet evenwel stel
len dat wij geenszins het beleid bepalen, want
volgens het voorstel van b. en w. bepalen wij de
hoofduitgangspunten, zoals deze zijn weergegeven
in het urgentie weergevend puntensysteem. Betekent
dit het bepalen van het beleid? Waarom keuren wij
plotseling hoofduitgangspunten goed en niet de
hele nota? Wij mogen als raad twee leden in het
bestuur benoemen en deze leden zullen vanaf het
begin in de minderheid zijn, want er zal sprake