1382
30 SEPTEMBER 1982
genoemd. Het afstemmen van die twee processen op
elkaar, dus enerzijds het maken van afspraken met
de woonwagenbewoners en anderzijds datgene wat bin
nen het ambtelijk apparaat, in het kader van het
gemeentegebeuren, plaatsvond, is zeker niet gewel
dig geweest. Aan de ene kant waren we bezig met
het intekenen van standplaatsen en het uitwerken
van details, bijvoorbeeld de plaatsing van de
schuurtjes etcetera, terwijl aan de andere kant
de procedure inzake de bestemmingsplanwijzigingen
gaande was, waarbij eindeloos lang moest worden
gewacht tot er ook maar iets van de grond kwam.
In zo'n situatie is het enorm moeilijk de gang van
zaken acceptabel te doen zijn, hoe je het ook uit
legt. In die zin traden problemen op en het is ook
helemaal niet vreemd dat vele malen bij de wagen
bewoners het vertrouwen in een goede afloop volko
men wegzonk. Op sommige momenten zei men ook dat
we het verder maar moesten uitzoeken en dat men er
geen zin meer in zag. In de commissie heb ik al
gezegd dat het een garantie biedt wanneer wij de
beide processen zo veel mogelijk parallel kunnen
laten lopen, in die zin dat de gemaakte afspraken
ook redelijk snel kunnen worden nagekomen. Zodra
deze processen uit elkaar gaan lopen, zoals dat nu
is gebeurd, ontstaan de fricties die enige tijd
geleden in de stad waren waar te nemen.
Voorts wijs ik erop dat van de woonwagenbewo
ners nogal wat is gevraagd. Als wij het aan de
woonwagenbewoners hadden kunnen overlaten te bepa
len waar en hoe zij in deze stad wilden wonen, zou
er ik geef u dat op een briefjeiets heel an
ders zijn uitgekomen dan de vier locaties die nu
aan de orde zijn en de zes waarover we eerder heb
ben gepraat. Er is geprobeerd in overleg met el
kaar, binnen de grenzen van het mogelijke en met
compromissen over en weer te komen tot een reële
en verantwoorde oplossing. Met name dat overleg
was één van de dingen die lang hebben geduurd. Men
moet ook zeker niet de gedachte hebben dat wij de
buurten allerlei zaken gaan opdringen die voor