30 SEPTEMBER 1982 1387 gebruiken. Zo is een periode ingebouwd waarin een ieder weer op de juiste wijze zal worden geïnfor meerd, terwijl voorts met de verdere voortgang van de artikel-19-procedure nogal wat tijd zal zijn gemoeid. Ik ben evenwel van mening dat wij in het kader van dit hele proces daarvoor ook tijd móeten uittrekken, hetgeen wij op de meest zorgvuldige wijze zullen doen. Evenals een groot aantal andere sprekers stelde de heer De Zwart dat het proces van accep tatie en integratie zeer intensief zou moeten wor den begeleid. Ik wil best toezeggen dat wij van gemeentewege zo goed als mogelijk is daarbij een rol zullen spelen, maar nog niemand heeft mij echt duidelijk kunnen maken op welke wijze wij dat kun nen doen. In het kader van dit hele proces zal op een gegeven moment tot realisering worden overge gaan en voor zover ik het nu kan overzien kunnen wij dan alleen proberen de mensen met een redelij ke frequentie met elkaar te laten communiceren. In dit verband zie ik geen mogelijkheden in de zin van hearings en voorlichtingsmateriaal, het lijkt mij een kwestie die in belangrijke mate in de buur ten zelf zal moeten worden opgepakt. Gelukkig zijn er in praktisch alle buurten die hierbij betrokken zijn groepen die hiermee een begin hebben gemaakt, maar wellicht zouden ook de kerken zich hiermee kunnen bezighouden. Ik heb ervaringsgegevens van andere gemeenten opgevraagd, die wij nog eens kun nen nazien op bruikbare suggesties. In het alge meen is het evenwel vrij moeilijk vanuit de gemeen te een acceptatieproces via gerichte maatregelen te ondersteunen. Mijns inziens zullen we enig ver trouwen moeten hebben in de opvangmogelijkheden in de buurten zelf. Voor wat betreft de realisatie heeft de heer De Zwart gesteld dat wij niet te veel data moeten noemen, omdat de kans altijd aanwezig is dat we die niet zullen halen. Door verschillende politie ke partijen zijn data naar voren gebracht, terwijl in de bijlagen bij ons voorstel eveneens data zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1387