1390 30 SEPTEMBER 1982 onderbouwing had gegeven. Niettemin wordt ook van buitenaf gezegd dat de voorliggende stukken even wichtig zijn en voldoende kwaliteit hebben. Ik meen dat over de kwestie inzake Etten-Leur pas mag worden gepraat wanneer enigermate duide lijk is dat daar langdurige leegstand zal optreden Vanmiddag is in de vergadering van het woonwagen schap nog een aantal signalen naar voren gekomen waaruit blijkt dat de kans op een spoedige invul ling zeer wel aanwezig is. Ik geloof dan ook dat men niet te snel de situatie in Etten-Leur moet aangrijpen om te stellen dat de overheid bezig is met een spreidingsbeleid dat feitelijk alleen maar tot leegstand leidt. De heer TEN WOLDE: Ik begrijp hier niets van, want tijdens de hoorzitting van de commissie ruim telijke ordening waarbij de wethouder aanwezig was werd van de zijde van de bewoners bevestigd dat voor die locatie geen enkele belangstelling be staat. Het heeft ook anderhalf jaar geduurd voor dat deze locatie werd ingevuld. Wethouder WELSCHEN: Zeker, maar op dit moment zijn er nogal wat gesprekken gaande met mensen die voor deze locatie hadden ingetekend en mensen die voor een standplaats aldaar belangstelling hebben teneinde alsnog tot invulling te komen. Daarom ga ik nu wat verder dan in de commissie en stel dat dit argument pas kan worden aangevoerd wanneer er sprake is van langduriger leegstand; eerder is het argument niet zo hard als de heer Ten Wolde op dit moment denkt. Daarbij blijft hetgeen ik in de com missie heb gezegd over het goed parallel laten lo pen van de verschillende procesonderdelen onverlet Het aanleggen van locaties dient parallel te lopen met het voeren van gesprekken met mensen die daar willen gaan wonen. Wij moeten daarbij trachten hen gemotiveerd te houden, dit door zorg te dragen voor snelle besluitvorming. Met name op dat punt is in Etten-Leur een probleem onstaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1390