30 SEPTEMBER 1982 1393 waarom de massale hoeveelheid van 1.200 bezwaar schriften vanuit Tuinzigt niet van een zodanig gewicht zijn dat zij moeten leiden tot het niet doorzetten van een bestemmingsplanwijziging. In dat geval kan de heer Ten Wolde het daarmee eens zijn, maar in andere gevallen niet. Het steeds weer komen tot een goede afweging is erg moeilijk, maar ik vind wel dat de heer Ten Wolde te snel al gemene conclusies trekt in de zin van het onder tafel werken van bezwaren, het niet serieus nemen van bezwaren enzovoorts, waarvoor hij naar mijn mening op basis van de voorstellen en het proces zoals dat is verlopen geen enkel goed argument kan aandragen. De heer TEN WOLDE: Hoe denkt de wethouder dan over het begrip rechtszekerheid op grond van be stemmingsplannen? Wethouder WELSCHEN: In Nederland bestaat een heel fatsoenlijke wet op de Ruimtelijke Ordening, die zowel voor wat betreft de procedure als qua toetsende elementen een behoorlijke rechtszeker heid aangeeft. Wij moeten overigens ook nog bij een aantal mensen langs. Daarbij wijs ik erop dat verschillende afdelingen binnen het gemeentelijk apparaat zich met deze materie bezighouden en ad viezen uitbrengen. Voorts is er een college, be mand met mensen die deze kwestie goed kunnen be kijken en zorgvuldig tot een eindoordeel kunnen komen De heer TEN WOLDE: De adviezen luidden eerst toch wel anders. Wethouder WELSCHEN: Het komt regelmatig voor dat het college adviezen vanuit verschillende af delingen krijgt die min of meer tegengesteld zijn, terwijl het ook mogelijk is dat adviezen het ene moment wat anders uitvallen dan op het andere mo ment. Als verschillen in adviezen niet meer mogen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1393