1394
30 SEPTEMBER 1982
voorkomen zou er geen college meer behoeven te
zijn en trouwens ook geen raad, want wanneer amb
telijk adviezen altijd unaniem zouden moeten zijn,
zou besluitvorming overbodig zijn geworden. Zo
ligt het niet, wij laten ons op basis van de ver
schillende deskundigheden en de verschillende
verantwoordelijkheden van de ambtenaren adviseren
en het is onze taak om in geval van tegengestelde
adviezen een keuze te maken. Hierbij wil ik meteen
ingaan op de vraag van de heer De Bruijn hoe het
allemaal is gegaan, een vraag die hij zo langza
merhand dagelijks stelt. Juist met het oog op de
zorgvuldigheid, omdat er sprake was van tegenge
stelde adviezen, hebben wij die adviezen na uit
voerige bespreking gedeeltelijk teruggestuurd.
Dat is de gebruikelijke methodiek die het college
hanteert in geval van belangrijke verschillen in
de advisering.
Ik ga vervolgens in op de vragen en opmer
kingen van de kant van de Partij van de Arbeid.
In die richting kan ik wat korter spreken, dit
niet omdat ik met die Partij wat meer relaties
heb dan met de andere, maar omdat een aantal van
de door de heer Crul genoemde punten ook door an
deren naar voren is gebracht en ik daarop al ben
ingegaan. Op enkele van zijn vragen moet ik ech
ter nog wel ingaan.
Onder meer heeft de heer Crul gevraagd welke
maatregelen wij ter verbetering van de situatie
op Driekoningenoord kunnen treffen. Eén ding moet
heel duidelijk zijn, namelijk dat het overloop
centrum niet als woonplaats kan worden gehand
haafd, zodat in verband daarmee maatregelen moe
ten worden getroffen. De maatregelen die op dit
moment worden genomen zijn wellicht niet de juis
te en ten aanzien daarvan zullen we dus nog het
een en ander moeten doen. Verder zullen de te
treffen verbeteringsmaatregelen met betrekking
tot Driekoningenoord grotendeels afhankelijk zijn
van het slagen van het spreidingsbeleid.
De heer Crul heeft voorts gevraagd naar het