1398 30 SEPTEMBER 1982 Zelfs die ene vraag heb ik echter inmiddels al be antwoord. De VOORZITTER: Ik schors de vergadering voor de pauze. PAUZE De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik zie enkelen uwer gebruik maken van een tractatie die op onze plaatsen is gelegd. Het is niet zozeer de gewoonte dat we tijdens de raadsvergadering tractaties ontvangen en ze bovendien nog consume ren, maar als men maar niet de indruk krijgt dat het ons worst is, is het verder wel goed. De heer DE ZWART: Ik kan mij niet aan de in druk onttrekken dat uit de toelichting van de wet houder op de wijze waarop de procesgang inzake de besluitvorming tot stand is gekomen opnieuw een sterke eenzijdigheid spreekt, dit dan in de rich ting van de wagenbewoners. In dat verband sprak hij van het wegzinken van het vertrouwen bij de wagenbewoners en ik wil hem de vraag stellen hoe hij denkt over het wegzinken van vertrouwen bij de huisbewoners. Voorts heeft de wethouder gezegd dat hij open staat voor kritiek die is gebaseerd op terechte argumenten. Dat kan ik onderschrijven, maar ik ben het er niet mee eens dat hij de door mij naar vo ren gebrachte citaten als argumenten hanteert. Ik heb gezegd dat die citaten voor zichzelf spreken en ik heb ze niet bij wijze van argumenten aange voerd. Voor wat betreft de inspraak verheugde het mij bijzonder dat de wethouder de Haagse Beemden als voorbeeld aanhaalde, temeer omdat hij stelde dat de inspraak in dat kader tot een minium zal moeten worden beperkt, als ik het althans goed heb begrepen. Daaraan voegde de wethouder toe dat de beslissingsbevoegdheid uiteraard altijd bij het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1398