1408 30 SEPTEMBER 1982 betreft Ruitersbos wordt inderdaad de landschappe lijke waarde enigermate aangetast, zoals wij ook in het preadvies hebben erkend, en het is dan de vraag of die aantasting nog binnen aanvaardbare grenzen ligt of niet. Wij hebben dat verdomd zorg vuldig bekeken en daarom vind ik dat we hier niet van de heer Ten Wolde te horen moeten krijgen dat dat niet is gebeurd en dat we proberen u iets door de strot te duwen. Volgens de heer Ten Wolde stelt het college dat het voorgestelde móet en wil het daarover niet verder praten. Inderdaad is het college van oordeel dat dit moet gebeuren, maar wij vinden ook dat het aanwijzen van die locatie verantwoord is. Dat is de opstelling die wij in het preadvies naar voren hebben gebracht. De heer TEN WOLDEIk heb toch geen antwoord gekregen op mijn opmerking over de rechtszekerheid die aan bestemmingsplannen kan worden ontleend en daarom blijf ik het antwoord op dit gebied onvol doende vinden. Wethouder WELSCHEN: Hoewel ik het best zou willen, zou ik toch geen argumenten meer weten te bedenken die ons in dezen verder brengen; de keu zes zijn inmiddels gemaakt. Het is niet mijn be doeling een verdere discussie te ontlopen, u weet dat dat mijn stijl zeker niet is, maar ik kan geen kant meer op met de standpunten zoals die nu zijn ingenomen Ten aanzien van het aspect van de acceptatie heeft de heer Crul aangedrongen op het voeren van een beschikbaarheidspolitiek, waarbij wij onder steunend optreden wanneer mensen in dezen een be roep op ons doen. Dat is inderdaad de politiek die wij willen voeren. Omtrent de snelheid van handelen heb ik in eerste termijn al het een en ander gezegd. Ik heb daaraan niets toe te voegen, omdat ik daarmee het enige reële aangaf dat ik in deze raad naar voren kan brengen. De zorg inzake de winter deel ik,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1408