142 26 JANUARI 1982 En gaat over tot de orde van de dag." De heer OOMENZoals onze fractie de laatste jaren al meermalen heeft betoogd, zowel bij monde van fractieleden als bij monde van mijzelf, zijn wij van mening dat de gemeente en de gemeenteraad als hoogste orgaan in de gemeente de verantwoor ding dragen voor het volkshuisvestingsbeleid in deze gemeente. Wij dragen de verantwoording voor een goed toedelen van de woningen, het tot nog toe te geringe aantal gebouwde woningen in deze stad. Eigenlijk moeten alle woningen die in Breda beschikbaar zijn door de overheid worden verdeeld op basis van een urgentiesysteem. Er dient dan ook een systeem te worden gemaakt op grond waar van die verdeling zorgvuldig en welovermogen kan geschieden. Het voorstel dat nu voor ons ligt zou erop kunnen wijzen dat de raad in dezen niet het hoogste beslissende orgaan zal worden. Wel staat in het voorstel dat alle woningen van de gemeente en van de woningbouwverenigingen in één "pot" zullen komen, maar de beslissing inzake de toede ling wordt overgelaten aan een stichting gemeen schappelijke woonruimteverdeling. Zoals u weet is onze fractie altijd geporteerd geweest voor een systeem waarbij wordt gewerkt met een artikel-61- commissie. Nog steeds vinden wij dat het meest juiste systeem, dat ons als overheidsorgaan de meest optimale controlemogelijkheden kan bieden. Gezien echter de urgentie en het feit dat ook wan neer er overheidsorganen bij betrokken zijn moet worden gepraat over de wijze waarop tot resulta ten zal kunnen worden gekomen, kunnen wij het met dit voorstel eens zijn. Wij hebben waardering voor het resultaat van de onderhandelingen die tot dit voorstel hebben geleid en bovenal hebben wij er waardering voor dat in tegenstelling tot de bestaande situatie de woningbouwverenigingen nu het volledige potentieel aan woningen dat in hun bezit is zullen inbrengen in het verdelings systeem. Wij zien dat als een stap vooruit en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 142