1435
5 OKTOBER 1982
op dit moment niet veel financiële middelen voor- g<
handen heeft. Wij overwegen de eigenaren van de in p
aanmerking komende panden een subsidie te geven h
waaruit zij in ieder geval het onderhoud zullen s
kunnen betalen, maar het grootste gedeelte van de m<
middelen zal toch uit Den Haag moeten komen. Daar- g
bij zal het beleid in dezen met name zijn gericht c
op panden die een woonfunctie vervullen. Hierbij v
zullen wij tevens inspelen op de stadsvernieuwing, s
vooral in de kern van de stad. h
De heer De Bruijn bracht naar voren dat een v
gedeelte van de stad is vergeten en hij doelt dan v
op het westelijk gedeelte. Ik vind het leuk dat de n
heer De Bruijn mij van te voren van zijn motie in g
kennis heeft gesteld, waardoor ik mij daarop enigs- t
zins heb kunnen voorbereiden. Wellicht zullen we k
ons straks als college hieromtrent nog wel even v
moeten beraden. Ik wil er echter al wel op wijzen c
dat niet door ons is bepaald wat onder het be- t
schermd stadsgezicht moest vallen. Het beschermd v
stadsgezicht is door de ministers van Volkshuis- c
vesting en Ruimtelijke Ordening en van C.R.M. aan- l
gewezen en wij kunnen het wel met de heer De Bruijn n
betreuren dat het gedeelte van de Nieuwstraat hier z
niet onder valt, maar dat zij nu eenmaal zo.
De heer DE BRUIJN: Blijkens een briefwisse
ling in 1977 heeft de minister van C.R.M. toen al
aangegeven dat een verdere uitbreiding van het be- 1
schermd stadsgezicht onmogelijk was, althans niet J
door hem werd overwogen, omdat de gemeente Breda
nog geen activiteiten ten aanzien van het reeds i
aangewezen beschermd stadsgezicht had ontplooid. 1
Wethouder VAN ASSELDONK: Met name daarom
vraag ik me ook af of deze motie wel reëel is,
want inderdaad hebben we een aantal dingen verge
ten te doen. In 1967 is voor deze stad een be
schermd stadsgezicht aangewezen, hetgeen moest
leiden tot het maken van bestemmingsplannen voor
dat gebied, maar tot nu toe zijn we nog niet verder