5 OKTOBER 1982 1436 gekomen dan tot de opstelling van een structuur plan. We kunnen wel naar de minister stappen met het verzoek alsnog een gebied aan het beschermd stadsgezicht toe te voegen, maar de minister is momenteel met het nemen van dergelijke beslissin gen erg terughoudend, waarbij natuurlijk het finan ciële aspect een rol speelt. Hij weet dat het ge ven van uitbreiding aan het gebied van het be schermd stadsgezicht tevens zal moeten leiden tot het beschikbaarstellen van extra middelen. Daarom vraag ik me af of wij met het indienen van zo'n verzoek hetgeen we thans op route hebben gezet niet zouden kunnen verstoren. Wij zullen nu in elk geval met de beide betrokken ministers in overleg treden teneinde voor panden binnen het huidige ge bied van het beschermd stadsgezicht middelen te verkrijgen. Terecht wees de heer De Bruijn erop dat de minister van C.R.M. in 1977 in onze rich ting al het vermanend vingertje opstak en daarom vraag ik me af of overneming danwel ondersteuning door de raad van de motie wel verstandig is. Ik ben er wel toe bereid de gedachte die achter de motie zit mee te nemen, maar een concreet verzoek zou mijns inziens kunnen leiden tot doorkruising van hetgeen wij nu voorstellen, wat ik toch wel zou willen voorkomen. De VOORZITTER: De raad heeft nog geen orden telijk oordeel over de motie kunnen vormen, daar zij nu pas wordt uitgereikt. Het lijkt mij daarom juist dat de tweede termijn en de besluitvorming naar een later tijdstip in de vergadering worden verschoven De verdere behandeling van dit agendapunt wordt vervolgens tot een later tijdstip in de vergadering uitgesteld. 7. bijlage nr. 280 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BE NOEMING VAN EEN BESTUURSLID VAN DE STICHTING

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1436