1437 5 OKTOBER 1982 STEDELIJK MUSEUM VOOR GESCHIEDENIS EN OUDHEID KUNDE TE BREDA. (vA) De heer DAMMER: In de eerste plaats wil ik heel duidelijk stellen dat wij in het geheel geen twijfels hebben omtrent de capaciteiten van de he ren die in de voordracht zijn genoemd. Het stelt onze fractie echter teleur, mede omdat in de com missie hiernaar zeer nadrukkelijk is gevraagd, dat kennelijk geen vrouw kan worden voorgedragen. Wij hebben de indruk dat uw adviseurs, die de voor dracht hebben samengesteld, niet erg ver hebben gekeken, althans niet ver genoeg om aan de vrouwen emancipatie gestalte te kunnen geven. Ik wil u dan ook dringend verzoeken dit voorstel in te trekken en bijvoorbeeld met een advertentiecampagne te starten. Wethouder VAN ASSELDONK: Zoals de heer Dammer in de stukken heeft kunnen lezen gaat het bij deze functie om een kwaliteitszetel van St. Joost. De heer Sandberg heeft in de richting van St. Joost geen twijfels laten bestaan over de gevoelens die bij de raad leven, waarbij hij aandacht heeft ge vraagd voor de gedachte om voor deze functie een vrouw aan te wijzen. Ongetwijfeld heeft mijns in ziens de directie van St. Joost serieus met deze gedachte rekening gehouden. Nochtans heeft men de heer Tacke als eerste kandidaat voorgedragen en ik meen dat wij deze kandidaatstelling hebben te res pecteren, hoe jammer we dat ook kunnen vinden. In elk geval mogen we mijns inziens niet twijfelen aan de goede trouw van de directie van St. Joost. De heer DAMMER: Wij zijn door het antwoord van de wethouder niet overtuigd en zullen als to tale fractie blanco stemmen. De VOORZITTER: Tot leden van het stembureau benoem ik de heren Van Dongen, Bokkelkamp en De Waal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1437