26 JANUARI 19a?
143
onzes inziens mag ook best in de richting van de
woningbouwverenigingen worden gezegd dat het als
een goede stap moet worden gezien dat de onderhan
delingen hiertoe hebben geleid.
In dit verband wil ik nog het volgende opmer
ken over een zaak die naar mijn mening actueel is.
Zoals u weet speelt onze fractie met de gedachte
om op een bepaald moment te gaan praten over in
voering van de Woonruimtewet '47. Dit is afhanke
lijk van de onderhavige kwestie, maar voornamelijk
is het afhankelijk van de resultaten van de onder
handelingen tussen het college en de makelaars.
Daarvan zal afhangen of wij het zinnig vinden een
voorstel tot invoering van de Woonruimtewet '47 in
te dienen. Kunt u ons meedelen hoe het op dit mo
ment met die onderhandelingen staat en binnen wel
ke termijn wij daarover bericht kunnen ontvangen?
Wij zullen dan als fractie verantwoord een beslis
sing kunnen nemen, in welke zin dan ook.
Wij kunnen het eens zijn met de beginselover
eenkomst en de statuten.
In de richting van de fractie van D'66 wil ik
nog opmerken dat zij uiteraard alle recht heeft om
ook in de raad een aantal details naar voren te
brengen, die haar opvatting dat de raad in dezen
niet de volledige zeggenschap heeft ondersteunen.
In de commissie hebben wij al uiteengezet dat wij
de berekening van D'66 niet volgen, met name niet
omdat die de veronderstelling zou kunnen inhouden
dat de ambtenaren die door ons als bestuursleden
van de stichting zullen worden benoemd hun taak
zouden verwaarlozen. Juist omdat de vergaderingen
die van grote betekenis zijn van te voren zullen
worden aangekondigd, kunnen wij ons niet voorstel
len dat dat zou gebeuren. Van de zijde van D'66
worden twijfels geuit ten aanzien van ambtenaren
die namens ons in een zo belangrijke stichting als
deze zitting zullen nemen en daarom willen wij de
rekensom van D'66 niet onderschrijven. De bespre
king van de overige details wil ik aan de wethou
der overlaten. Mijns inziens zijn de daarover