5 OKTOBER 1982
1442
meerjarenbegroting zou moeten worden neergelegd,
uitgaande van een aantal scenario's, bijvoorbeeld
verkoop van 0 ha per jaar, 5 ha per jaar en 10 ha
per jaar. De opstelling hiervan zou uiteraard in
overleg met het rijk moeten geschieden. Wij wilden
dus inzicht verkrijgen in hetgeen zou kunnen ge
beuren in de slechtst denkbare situatie. In het
preadvies lezen we dat binnen afzienbare tijd een
dergelijke notitie zal worden uitgebracht en vol
gens ons zal dat ook inderdaad moeten gebeuren.
Wij begrijpen niet waarom dit zo lang moet duren.
Binnen onze fractie is gesproken over de ge
dachte om uit het schap te stappen, gezien de gro
te risico1s die onder andere voor de gemeente Bre
da aan deelname zijn verbonden. Wij hebben dit me
de overwogen tegen de achtergrond van het derde
HUG-rapport dat de gemeenschappelijke regelingen
betreft. Wij zijn echter nog niet zo ver dat wij
de raad hierover om een uitspraak willen vragen,
wat op dit moment ook moeilijk zou kunnen.
In het preadvies lezen we dat de financiële
situatie niet rooskleurig is en dat er zelfs een
situatie kan ontstaan waarin de deelnemers ook
onze gemeente is daarbij betrokkenin financiële
zin zouden kunnen worden aangesproken. Ik weet dat
de situatie daarvoor nog meer zou moeten verslech
teren, maar een dergelijke grote verliespost kan
wel tot een faillissement leiden. Het is niet meer
voldoende dat wij alleen onze bezorgdheid uitspre
ken; er zal nu echt iets moeten gebeuren. Daarom
is het ook van groot belang dat de zojuist genoem
de notitie snel wordt uitgebracht, aan de hand
waarvan de raad zal kunnen uitspreken hoe nu en in
de toekomst tegen het industrieschap zal moeten
worden aangekeken. Alsdan zal een afweging kunnen
worden gemaakt.
Vier jaar lang was ik namens de raad afge
vaardigde in de raad van bestuur van het Industrie-
en Havenschap Moerdijk en gedurende die tijd kon
ik, op grond van alle verkregen informaties, erva
ren hoe intensief men, juist ook in deze economisch