5 OKTOBER 1982 1444 wanneer de thans gehanteerde methodiek, waarbij de tekorten als gevolg van achterblijvende verkopen worden geactiveerd, kan worden verlaten, hetgeen kan leiden tot een kostprijsniveau dat zich met de werkelijkheid verdraagt. Het lijkt mij voor de raad in de eerste plaats erg belangrijk een helder en duidelijk zicht te krijgen op de feitelijke si tuatie van de financiën van het industrie- en ha venschap in relatie tot de verkopen. Ik durf nog steeds te stellen dat de huidige exploitatie van het industrie- en havenschap nauwelijks of geen zorgen zou moeten baren. In de raad van bestuur hebben we een retributieheffing vastgesteld die inmiddels bij Koninklijk Besluit is goedgekeurd, zodat wij tot die heffing kunnen overgaan. Hieruit verwerven wij inkomsten die de exploitatie voor de komende jaren in redelijke mate veilig stellen. Die retributieheffing betreft een jaarbedrag van circa 1,2 miljoen, waaruit het onderhoud van we gen etcetera zal moeten worden gedekt. Deze retri butieheffing is echter bij de Belastingkamer aan gevochten door verschillende ondernemingen die op Moerdijk zijn gevestigd en wanneer door de rechter die heffing niet rechtsgeldig zou worden verklaard, zou ook de exploitatie van het industrie- en ha venschap zeer zorgelijk worden. Iets anders is evenwel vele malen belangrij ker. De heer Dreef heeft al iets gezegd over een betoog dat ik enige tijd geleden voor de financi ële commissie heb gehouden, waarbij ook de heer Crul aanwezig was. Wij moeten feitelijk constate ren dat er in 1982 nog geen vierkante meter is verkocht, terwijl naar het zich laat aanzien ook in de rest van het jaar geen vierkante meter meer zal worden verkocht. Dit betekent dat de gemiddel de gronduitgifte per jaar aanzienlijk bij de ge prognosticeerde achterblijft, waardoor op de kost prijs een aantal bedragen moet worden bijgeschre ven. Op een gegeven ogenblik zullen we het moment bereiken dat de kostprijs door al dat bijschrijven boven de verkoopprijs gaat stijgen, op welk moment

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1444