5 OKTOBER 1982
1464
tussen dit werk en een eventuele opleiding.
Voor het overige zijn wij heel blij met dit
voorstel.
Mevrouw RATTINK: Ik kan niet zeggen dat ik
erg blij ben met dit voorstel, omdat helaas de
situatie waarin werkende jongeren verkeren een
dergelijk voorstel nodig maakt. Via deze maatre
gelen kunnen nu 39 jongeren aan een tijdelijke
baan worden geholpen en de vraag is of de proble
men met het GAB uit de wereld zijn nu wij het
aangepaste voorstel voorgelegd hebben gekregen.
Met de heer Grosfeld ben ik van oordeel dat uit
stel tot het totaalplan beschikbaar is niet nodig
is, maar wel is de vraag of wij het voorliggende
voorstel moeten zien als een deel van het totale
plan dat, als ik het goed heb begrepen, nog dit
jaar de raad zal bereiken. De vraag die daaraan
kan worden gekoppeld luidt hoe het college de
continuering van de E.A.J.-projecten ziet, want
gezien de groei van de jeugdwerkloosheid zullen
deze zeker nog nodig blijven.
Ik sluit mij aan bij de vraag van de P.P.R.-
fractie of het doel van de maatregel niet uit het
oog wordt verloren en de begeleiding bij scholing
en het zoeken naar vast werk de volle aandacht
krijgt.
De heer DE WAAL: Ik heb ongeveer hetzelfde
te zeggen als de P.v.d.A.-fractie, want het is
jammer dat het op deze manier moet lopen. Verder
wil ik enkele opmerkingen maken over het beloofde
jeugdwerkplan. De P.S.P. vindt het heel belang
rijk dat in dat plan ook de positie van jongeren,
die niet aan deze projecten kunnen werken, wordt
opgenomen. Daarbij zal ook moeten worden bespro
ken wat moet worden gedaan met jongeren die een
uitkering hebben. Wij weten dat ook bij de socia
le dienst een rapport wordt samengesteld, maar
wij vinden het van belang dat de beide rapporten
samen worden uitgebracht, zodat er een totaal-