5 OKTOBER 1982
1484
met het regionale karakter en dat dit probleem
door college en ambtenaren wordt erkend. Dan staat
er: "Met handhaving als zodanig ware met het Bod-
dardcentrum te overleggen over toepassing van dit
artikel, in het bijzonder met betrekking tot het
Boddardcentrum". Dat is ook de toezegging die ik
in de commissie heb gedaan.
De heer DE WERD: Ik kan er kort over zijn,
want ik verwacht dat het amendement het toch niet
haalt. Als de wethouder evenwel aanvoert dat in
het voorstel voldoende ruimte zit, begrijp ik niet
waarom hij deze toevoegingen niet in de verorde
ning wil opnemen. Als hij als argument aanvoert
dat daarmee wordt vooruitgelopen op landelijk
overleg, moet ik zeggen dat er geen bezwaar tegen
kan zijn als een gemeente een anticiperend beleid
voert.
De heer DE BRUIJN: Het antwoord van de wet
houder kwam niet geheel tegemoet aan de vraag. Hij
zei dat in de verordening voldoende vastligt en
dat de aan het overleg deelnemende partners ermee
kunnen instemmen. Ik acht het niet voldoende. De
briefwisseling van het Boddardcentrum na het over
leg met de betrokken ambtenaren geeft dat ook aan.
Wij kunnen het amendement dan ook van harte onder
steunen
De heer VAN DONGEN: Wij zijn tegen het amen
dement omdat in de commissie luid en duidelijk is
verteld hoe het is gegaan in samenwerking met de
betrokkenen van het Boddard-centrum
Mevrouw PAULUSSEN: Wij zullen het amendement
ook niet steunen omdat het betreffende artikel in
derdaad voldoende ruimte biedt. Het is jammer dat
de P.P.R.-fractie het artikel niet in de commissie
uitvoerig aan de orde heeft gesteld, met het amen
dement, want dan hadden wij er uitvoeriger over
kunnen spreken. Ik neem aan dat dat tot de