1485 5 OKTOBER 1982 aanloopmoeilijkheden behoort en wij zullen elkaar moeten helpen om de doelmatigste werkwijze te vin den. Wij verzoeken u wel ons op de hoogte te hou den van de landelijke discussie, zodat wij de dis cussie in de commissie kunnen volgen, aangezien zij van invloed is op de plaatselijke situatie. Ik ben het met de heer De Werd eens dat wij niet lijdzaam moeten afwachten wat men landelijk be spreekt, maar dat wij ook zelf initiatieven kunnen nemen. Daarnaast zouden wij graag elke drie maan den een overzicht willen hebben van het gebruik van artikel 12 lid 6. Als de wethouder dat kan toezeggen, stemmen wij met uw voorstel in. Wethouder RöMKENSDe heren De Werd en De Bruijn vinden dat onvoldoende aan hun bezwaren te gemoet is gekomen. Ik ben het met mevrouw Paulus- sen eens en ik blijf van mening dat er voldoende mogelijkheden zijn om met alle soepelheid te rea geren in verband met het regionale karakter. Ik zeg mevrouw Paulussen graag toe dat de raad via de commissie op de hoogte zal worden ge houden van de ontwikkeling in de landelijke dis cussie. Op het moment kan ik niet zeggen of ik el ke drie maanden een overzicht kan geven, maar ik kom er, na overleg met onze adviseurs, graag in de volgende commissievergadering op terug. Dan kan ik beoordelen of ik iets toezeg dat ik kan nakomen. Als blijkt dat het inderdaad mogelijk is, kan ik nu bij voorbaat al zeggen dat ik bereid ben de toezegging te doen. Hierna wordt het amendement van de heer De Werd in stemming gebracht en met 30 stemmen tegen 5 stemmen voor verworpen. Tegen stemmen de heren Goos, Van den Wijn gaard en Römkens, mevrouw Van Bergen, de heren Zwart en Van Dun, mevrouw Brosky, de heren Hofsté, Van Duijl en Littooijmevrouw Neeb, de heren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1485