1489
5 OKTOBER 1982
Ik pleit er daarom voor het pand in handen van de
gemeente Breda te houden. Wij zullen tegen het
voorstel stemmen.
De heer DE BRUIJN: Ik ga nog even in op de
opmerking van de wethouder over de welstandscommis
sie. Aangezien de dienst van openbare werken de
architectuur verzorgt, zal naar mijn mening vanuit
die dienst de nodige prudentie moeten worden ge
hanteerd om te voorkomen dat de welstandscommissie
later wordt geconfronteerd met allerlei dingen die
al bij andere diensten zijn "voorgekookt". Wat het
stadsbeeld in de omgeving van het pand betreft:
volgens mijn informatie bekijkt de welstandscom
missie alleen de architectuur en het pand op zich,
zonder het stadsbeeld in de beschouwing te betrek
ken. Ik vind dat een en ander een onlosmakelijk
geheel vormt en dat de welstandscommissie alleen
niet tot een goede beoordeling kan komen.
Wethouder WELSCHEN: Ik wil graag zo nodig ten
behoeve van de heer De Bruijn en eventueel ten be
hoeve van andere leden in de commissie wonen nog
eens aangeven wat wêl en wat niet door de wel
standscommissie wordt gedaan. De relatie met de
omgeving speelt bij de beoordeling door de wel
standscommissie zeker een rol.
Het argument op grond waarvan de heer Simons
tegenstemt begrijp ik helemaal niet, maar dat is
niet zo erg: we kunnen ook tot besluitvorming ko
men zonder dat we eikaars argumenten begrijpen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con
form het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten, onder aantekening dat de heren
Simons en De Waal geacht willen worden te heb
ben tegengestemd.
26. bijlage nr. 371.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN AANVULLEND