150 26 JANUARI 1982 de woonruimte heel belangrijk is. De afspraken met de woningcorporaties en de wijze waarop de woonruimteverdeling tot op dat moment was georga niseerd leidden niet tot een rechtvaardige en doelmatige verdeling van de woonruimte, hetgeen door verschillende sprekers nog eens is gememo reerd. Er bestond erg veel onduidelijkheid voor de woningzoekenden, terwijl ook bijna niet ver klaarbaar en voor de woningzoekenden duidelijk te maken was hoe het systeem in elkaar zat. De urgen tie woningzoekenden, degenen die geen dak boven hun hoofd hadden, moesten zich op vier plaatsen laten inschrijven. Er was wel één centrale regis tratie en er werden ook wel afspraken gemaakt over de urgentiebepalingen, de criteria, maar er waren geen instrumenten voorhanden om een en ander met elkaar te controleren. Drie jaar geleden hebben we met elkaar in het programakkoord vastgelegd dat op dat punt een verbetering tot stand moest worden gebracht en ik ben er blij om dat de drie genoemde partijen het met het college eens kunnen zijn, dat zij er gelukkig mee zijn dat het einde lijk zo ver is, zodat wij heel snel zullen kunnen beginnen, waarop door de heer Suurmeijer, mevrouw Den Ouden en de heer Oomen ook nadrukkelijk is aangedrongen. Dit betekent evenwel niet dat wij op dit moment alles al hebben geregeld. Ten aan zien daarvan is er enigszins sprake van een ver schil in inschatting, met name bij de fractie van D'66, die een heel stuk van de besluitvorming heeft gemist omdat zij pas in de politieke trein is gestapt. Die fractie moet nu meerijden en zij wilde even aan de noodrem trekken, maar dat is niet helemaal gelukt. De heer HENDRICKS: Dat bevalt ons zo nu en dan best! Wethouder PAULUSSEN: Het nu voorliggende be treft naar mijn mening een bijzonder goede zaak en ik meen dan ook dat wij daarmee snel moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 150