1511 5 OKTOBER 1982 ministerie. Er doet zich nu een mogelijkheid tot realisering voor en er is gekeken wat het de ge meente per jaar aan lasten zou opleveren als zij deze zaak draaiende zou houden. De conclusie is geweest dat we er 11.000,per jaar in zullen moeten steken en zelfs onze afdeling financiën iets wat men praktisch nooit doet heeft gezegd: gebruik, gezien alles wat er aan de gang is, dat dan maar als preprioriteit en probeer het op de aangegeven manier te dekken. Ik denk dat dat ook inderdaad de beste mogelijkheid is. Als we nog verder met het ministerie zouden gaan onderhande len, zouden we over de datum van 1 december heen gaan, waarbij de dingen die bij het ministerie niet in de verplichtingensfeer liggen, ook prak tisch zeker achterwege zouden blijven. De heer HENDRICKS: Is ook nagegaan of een dergelijk bedrag gekapitaliseerd ten laste van de exploitatie-opzet kan worden gebracht? Wethouder WELSCHEN: Die vraag kan ik nu niet beantwoorden, omdat ik niet alle discussies over de financiële achtergrond heb bekeken, maar op het eerste gezicht lijkt het mij niet erg logisch deze weg te volgen. Wanneer een bepaalde grondprijs voor een bepaald gebied geldt en wanneer wij in dat gebied iets willen realiseren dat die grond prijs niet helemaal haalt, is het niet logisch die realisering mogelijk te maken door de grondprijs voor de rest van het gebied te verhogen. In zo'n situatie is het, denk ik, veel logischer een bij drage uit de algemene middelen te leveren. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con form het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten. Aan de orde is voortzetting van de behandeling van 6. bijlage nr. 279. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS BIJ

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1511