1531
4 NOVEMBER 1982
sprake van een stimuleringsbeleid ten aanzien van
het zelfstandig wonen van ouderen en, zo ja, is
daarvoor voldoende .financiële ruimte in de begro
ting van de stichting?
De heer DE WERD: Deze kwestie is in de com
missie ruimschoots aan de orde geweest en ik kan
u mededelen dat de P.P.R. met het voorstel akkoord
gaat. Wij hebben begrepen dat via dit voorstel te
vens is aangegeven dat er binnen een jaar een in
houdelijke discussie over het gehele bejaardenwerk
zal plaatsvinden. Wij hopen dat de desbetreffende
wethouder dan niet zal schromen een anticiperend
beleid te voeren.
Mevrouw PAULUSSEN: Na de opmerking van de
heer De Werd is die van ons ietwat overbodig. Ik
wil de namens het college door de wethouder gedane
toezegging, dat wij inderdaad binnen een jaar in
houdelijk over de onderhavige materie zullen dis
cussiëren, memoreren.
De heer DE BRUIJN: Uit het voorstel blijkt
dat, gelet op de bezuinigingsrondes die hebben
plaatsgevonden, de stichting bejaardenwerk niet
met de bezuiniging uit de voeten kon en haar taak
niet naar behoren kon vervullen. Met betrekking
tot stichtingen of instituten, werkende op het so
ciale vlak, waaraan door de gemeenschap een zoda
nige waarde wordt gehecht dat subsidies worden
verleend, moeten wij er in ieder geval voor zorgen
dat de taken die zij op zich hebben genomen en die
een gemeente door het geven van subsidies duide
lijk waardeert ook kunnen worden uitgevoerd. Mijns
inziens moeten wij ervoor oppassen dat de bezuini
gingen niet voortdurend dusdanig doorwerken dat de
dienstverlening gebrekkig wordt en niet langer op
timaal kan zijn. Ik denk dat wij dan beter zouden
kunnen kijken naar het afstoten van taken dan dat
wij steeds op bepaalde taken beknibbelen.
Wij kunnen met het voorstel akkoord gaan,