4 NOVEMBER 1982
1554
De vergadering is geschorst.
SCHORSING.
De VOORZITTER: De vergadering is heropend.
Wij staan thans voor de besluitvorming over
agendapunt 13. Er is een motie ingediend en de
heer Schuring heeft met betrekking daartoe een
schorsing aangevraagd. Hij heeft nu het woord.
De heer SCHURING: Gebleken is dat er met be
trekking tot de motie een bepaalde interpretatie
bij de wethouder en dus bij het college leeft en
dat er een zekere interpretatie bij de fractie van
het C.D.A. bestaat. Wij menen dat het hierbij om
meer dan een nuanceverschil gaat en dat onze aan
vankelijke indruk van het standpunt van de wethou
der niet datgene is wat hij in feite heeft ver
woord. Voor hem geldt ten opzichte van ons waar
schijnlijk hetzelfde. Een motie wordt niet inge
diend om verwarring te stichten maar om duidelijk
heid te scheppen. Dit zo zijnde, is mijn voorstel
namens het C.D.A. de motie thans in te trekken en
terug te koppelen naar de commissie, de aangele
genheid daar rustig en duidelijk uit te praten en
te trachten de nuances in de standpunten terug te
brengen tot datgene waarom het in feite gaat, na
melijk de juiste interpretatie. Dan komen wij
mijns inziens verder dan met dit gehakketak. Wij
trekken de motie voorlopig in.
De VOORZITTER: Ik stel vast dat de motie is
ingetrokken en dat bij de heer Schuring het ver
langen bestaat deze problematiek in de commissie
Welzijn-II aan de orde te stellen. Er behoeft der
halve niet meer over de motie te worden gestemd.
Ingetrokken zijnde maakt de motie geen onder
deel van de beraadslaging meer uit.
De VOORZITTER: Ik wil u vervolgens voorstellen