1559 4 NOVEMBER 1982 gewerkt en die verordening is in de vorige raad reeds een en andermaal toegezegd, juist om voor de burgers een samenhangend geheel te krijgen. De heer Taks heeft terecht gezegd dat de termijn van 30 dagen in ieder geval een limiet inhoudt. Ik geloof dat men niet mag vragen ik richt mij nu tot de heer Simons de termijn te verkor ten, aangezien dat niet reëel zou zijn. Alle in formatie moet dat is mijn oprechte overtuiging zo snel mogelijk worden verstrekt, maar er kun nen omstandigheden zijn waardoor het wat langer duurt. Ik vind een termijn van 30 dagen volstrekt reëel. De heer Hendricks heeft opgemerkt dat, wan neer iedereen de juiste mentaliteit zou bezitten, een verordening wellicht niet nodig zou zijn. Dat lijkt mij echter wat ver gaan. Er is een wet en wij passen die toe op onze situatie in Breda. Het is mijns inziens goed dat een en ander op deze wijze in een verordening is vastgelegd. De evaluatie die de raad voor begin 1984 is toegezegd zal vanzelfsprekend worden uitgevoerd. Het is eveneens vanzelfsprekend dat zo'n evaluatie de commissie Algemene Zaken passeert. Ik stel het zelfs erg op prijs de evaluatie in die commissie te bespreken, omdat wij dan de werking van de ver ordening goed kunnen volgen. Dat geldt uiteraard evenzeer voor de raad. Overigens is het niet zo ik geloof dat wij die verwachting niet moeten hebben dat juist door deze verordening de ver zoeken om informatie een, twee, drie een geheel ander karakter zullen krijgen. Ook vroeger werd al op dezelfde manier op verzoeken om informatie ge reageerd. Het is goed dat wij dit samenhangend ge heel in deze gemeente hebben. Mevrouw Pellis heeft gesproken over artikel 9, l.a. artikel 9 betreft inwilliging van ver zoeken om informatie dat speciaal betrekking heeft op gegevens die nog onvolledig zijn en daar door een vertekend beeld geven. Zij heeft in dit verband gevraagd of aan deze zinsnede een termijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1559