18 NOVEMBER 1982 1571 Wij zien niet in waarom daaraan behoefte zou be staan, en wij delen de mening van de heer Crul dan ook volstrekt niet. De brief is, zo menen wij, juist gerubriceerd en het college is in staat hem op passende wijze af te doen. Zoals bekend staat de V.V.D.-fractie op het standpunt dat de gemeen teraad niet behoort te beraadslagen over zaken die niet tot zijn werkterrein behoren. In de brief gaat het typisch om een zaak die tot het werkter rein van de hogere overheid moet worden gerekend: de gemeenteraad heeft in dezen geen enkele taak en geen enkele bevoegdheid. Als het college de brief op een dusdanige wijze afdoet, dat geen standpunt wordt ingenomen noch pro, noch contra con form hetgeen u, mijnheer de voorzitter, hebt ge zegd, dan is dat een juiste wijze van afdoen, waarmee wij volledig kunnen instemmen. De VOORZITTER: Wellicht kunnen wij tot een oplossing komen door als volgt te handelen. Voors hands wordt de brief van B^rendrecht afgedaan zo als u bij de ter visie liggende stukken hebt ge zien en het onderwerp op zich kan, inclusief de brief van Barendrecht, in een later stadium, nog aan de orde komen. Men kan dunkt mij op de brief teruggrijpen als de begroting wordt behandeld, maar ik meen dat het college vandaag terecht voor stelt de brief te beantwoorden met een verwijzing naar de V.N.G.; hoe goed wij met de V.N.G. zijn, laat ik even in het midden. Het antwoord aan Ba rendrecht lijkt mij fatsoenlijk en de gekozen op lossing lijkt mij correct. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con form het door burgemeester en wethouders voorgestelde besloten. C. ter kennisneming onder mededeling dat het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester omtrent deze stukken een pread vies zullen uitbrengen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1571