-26 JANUARI 1982 157 voorgestelde wijze te regelen, waarbij de raad van de gemeente Breda uiteindelijk de verantwoor delijkheid draagt voor de hoofdlijnen en de uit gangspunten De heer Oomen heeft nog iets gezegd over her invoering van de Woonruimtewet '47 en het overleg met de makelaars. Naar ik meen hebben wij al mee gedeeld dat in verband met het uitstel met één maand van de onderhavige aangelegenheid waar schijnlijk de andere kwestie binnen de termijn zal kunnen worden afgewerkt. De opmerkingen van de heer Garritsen heb ik al voor een groot deel behandeld. Tijdens de voor besprekingen is van de kant van de gemeente de vraag aan de orde gesteld of er ook een vertegen woordiger van de bewoners in het bestuur zitting zou kunnen nemen, welke mogelijkheid niet uitge sloten wordt geacht. Men moet deze opzet zien als een groeimodel. De stichting zal een aantal zaken moeten opzetten en nader moeten uitwerken. Uit drukkelijke is van de kant van de gemeente de mo gelijkheid opengehouden om verder uit te bouwen, waarbij met name wordt gedacht aan vertegenwoordi gers van bewonersgroepen. De tekst van de motie van D'66 was vanmorgen tijdens de collegebesprekingen al globaal bekend. In mijn beantwoording meen ik al voldoende duide lijk te hebben aangegeven waarom onzes inziens dit principe-besluit tot aangaan van een beginselover eenkomst, gekoppeld aan de hoofduitgangspunten, wél moet worden genomen. D'66 probeert evenwel tot een ontkoppeling te komen. De klok zou naar mijn mening ontzettend worden teruggedraaid wanneer wij nog een aantal jaren verder zouden moeten gaan met de 50/50-verdeling, zij het dat volgens D'66 wel zou moeten worden gewerkt met het urgentie weergevend puntensysteem. Bovendien zou het zeer grote financiële consequenties hebben wanneer wij het proces thans zouden stoppen. De planning zit heel krap in elkaar, opdat in juni of juli het bureau zal kunnen gaan functioneren. Het zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 157