18 NOVEMBER 1982
1581
kan mij voorstellen dat er, als men daarover gaat
praten, een veelheid van opmerkingen kan worden
gemaakt. Aan de andere kant geldt dat het college,
inclusief mij zelf, goed beseft dat we in een tijd
leven waarin de verzwaring van lasten voor de bur
gerij - niet alleen vandaag, maar ook in het ver
leden en in de toekomst een problematiek met
zich meebrengt die een integralere benadering ver
eist dan in het kader van het aan de orde zijnde
voorstel mogelijk is. Als zodanig hebben wij vol
strekt begrip voor het "schaalvergrotend effect"
van de behandeling van dit voorstel in de richting
van een algemene problematiek. Overigens meen ik
dat de raad geen rollenspel moet opvoeren, waarbij
ik proefde dat bij de heer Van den Wijngaard en
anderen wordt gezegd dat het college voorstel
len doet die de raad schoorvoetend moet aanvaarden
en waarbijonder vaststelling dat er niets anders
opzit dan akkoord te gaan, opmerkingen worden ge
maakt die van algemene aard blijven. Met deze
laatste woorden doel ik dan niet op de heer Van
den Wijngaard, maar op de raad in algemene zin. Ik
hoop dat ik de raad kan helpen door hem te confron
teren met de vraag tegen wie hij eigenlijk praat.
Dat klinkt vrij arrogant, maar ik voeg er het vol
gende aan toe. Ik mag namens het college tegen de
raad praten als wethouder van financiën, als wet
houder van milieu en als wethouder van bedrijven.
Vanavond doe ik dat bij dit punt, morgen trekken
we weer andere laden open en dit alles bij elkaar
heet, zoals de heer Crul terecht zei, "m.e.m". In
dit verband kom ik tot enige constateringen.
1. De raad heeft, tot op heden onweersproken,
het college de opdracht gegeven dat voor het ver
voerbedrijf van een kostendekkende tariefstelling
moet worden uitgegaan. De wethouder van bedrijven
heeft tot taak die opdracht uit te voeren. Hiermee
zou ik de helft van het voorstel kunnen argumen
teren.
2. Er wordt door onze gemeente het een en an
der gedeponeerd in Bavel/Dorst. De raad heeft de