1582
18 NOVEMBER 1982
wethouder van milieu te kennen gegeven dat daarbij
een situatie moet worden gecreëerd die niet ge
vaarlijk is voor het milieu. Het college heeft de
ze opdracht begrepen en zal haar uitvoeren.
Als ik combineer nu 1. en 2. milieu-
eisen die door de raad en door het college terecht
worden gesteld, tot verhoging van kosten op de
stortplaats Bavel/Dorst leiden, dan zullen die
kosten moeten worden betaald. Het uitgangspunt van
een kostprijsdekkend tarief kan in dat verband tot
geen andere conclusie leiden dan dat de milieu-
eisen moeten worden vertaald in een tariefverho
ging voor de burgerij
3. De raad praat ook tegen de wethouder van
financiën, die volgens het programakkoord met een
sluitende begroting moet komen. Als nu de raad het
standpunt zou innemen wat ik zou betreuren
dat het principe van kostprijsdekkende tarieven
bij de bedrijven moet worden losgelaten, dient
geld beschikbaar te zijn voor het opheffen van de
tekortsituatie bij de bedrijven en daarvoor geldt
het gezegde dat het uit de lengte of uit de breed
te moet komen: men zal dan andere punten moeten
inslikken om het gat bij de bedrijven te kunnen
dekken.
Hiermee heb ik waarschijnlijk een open deur
ingetrapt, maar ik meen begrip te mogen vragen
voor een confrontatie van drie beleidsaspecten
waarmee de raad te maken heeft. De raad zal 1. het
milieu, 2. een gezond financieel beheer en 3. het
beheer van een bedrijfsmatig bedrijf met elkaar in
competitie moeten brengen. Vanuit die gedachte
maak ik enige opmerkingen over het voorstel, op
weg naar de algemene discussie.
In de commissie ik vond het nogal overbo
dig dat er vanavond weer zo over werd uitgepakt
heb ik duidelijk gemaakt waarom de cijfermatige
achtergrond van dit voorstel geen breder referen
tiekader krijgt ift andere cijfers. Men kent de
oorzaken; ik heb die ook afgelopen maandag ge
tracht uit te leggen aan degenen die aanwezig