1586
18 NOVEMBER 1982
tariefverhoging. Zoals ik de motie opvat, is die
keuze gekoppeld aan het beleidsuitgangspunt met
betrekking tot een sluitende begroting dat in het
programakkoord is neergelegd. Hier komen we weer
terecht bij het verhaal dat het uit de lengte of
uit de breedte moet: als het niet uit tariefverho-
gingen komt, zal het tekort door verdere bezuini
gingen moeten worden opgehoest. De heer Van den
Wijngaard, die kennelijk al in het bezit van de
motie was, heeft straalgelijk als hij uit het pro
gramakkoord citeert. Op de bladzijden 10 en 11 van
dat akkoord, dat werd geschreven toen deze proble
matiek nog niet zo indringend bekend was als nu,
staat dat we vóór 1 maart van het volgend jaar met
een nota c.q. notitie zullen komen waarin met name
aan de problemen voor de laagst betaalden aandacht
zal worden besteed. Ik vraag mij af of de motie in
dat kader haar beurt niet wat vooruit is.
Ik neem in de tweede plaats aan dat elke wel
denkende fractie in deze raad bij de indiening van
vragen over de begroting op 7 december aandacht
aan deze problematiek zou hebben geschonken. Dan
zou zijn gebleken dat die vragen ook werden beant
woord
Een derde punt in dit verband is dat elk wel
denkend college, gesteld dat uit de regeringsver
klaring blijkt dat we door een "adempauze" met ta
riefstellingen in de problemen zullen komen, wetend
wat er in het programakkoord staat, eigener bewe
ging vóór de begrotingsbehandeling een stuk over
het aan de orde zijnde vraagstuk aan de raad zou
hebben aangeboden, zij het dat opneming daarvan in
de nota van aanbieding niet meer mogelijk is, om
dat die nota zojuist is gedrukt en de raadsleden
zal worden toegezonden.
Mêt een ieder in deze raad erken ik de kolos
sale problematiek ten aanzien van de marginale in
komens en de woonlasten. Het is juist dat deze
problematiek niet alleen emotioneel moet worden
beleden. De fracties worden ermee geconfronteerd,
maar ook de wethouder ervaart elke dag problemen